Pisciadù met pensionati
Voor mijn laatste klettersteigtocht in deze zomervakantie ben ik overgeleverd aan het gezelschap van 2 pensioengerechtigde Italiaanse campinggenoten. Het doel is de Via ferrata Brigata Tridentina, oftewel de Pisciadù klettersteig, gelegen in de prachtige Sella.
Om 6 uur 's ochtends stap ik samen met Remigio in de auto van Paolo. Het is ruim 2 uur rijden naar de Sella, vandaar het vroege tijdstip. Het eerste stuk gaat via de Brenner autobaan, daarna door het prachtige Val Gardena en over de Passo Gardena. Bij een Raststätte langs de autobaan maken we nog een korte stop voor een broodje en een koffie. Tot mijn verbazing neemt Remigio om kwart voor 7 's ochtends een witte wijn! Kennelijk heeft hij dat nodig om op gang te komen.
Paolo en Remigio zijn beide 60-plussers en staan al jaren op dezelfde camping als waar wij altijd verblijven. Paolo werkt al 43 jaar als verkoper bij Fiat. Ondanks dat hij met pensioen mag, werkt hij nog een paar jaar door voor zijn plezier. Met Remigio heb ik eigenlijk nooit zo veel contact gehad. Hij is een klein mannetje met een buikje, en blijkt al 9 jaar met pensioen te zijn.
Om kwart over 8 staan we op de parkeerplaats aan de voet van het machtige Sellamassief. Aan de overkant van de weg hebben we een prachtig zicht op de Tschierspitzen. Het is een prachtige ochtend met een stralend blauwe lucht, het uitzicht is schitterend. "Spectacolo" roept Paolo, een stopwoord dat hij deze dag nog vele malen zal herhalen. Omdat het slechts een kort stukje lopen is naar het begin van de klettersteig, doen we onze klettersteigspullen alvast aan op de parkeerplaats. Remigio heeft meteen al ruzie met zijn integraalgordel. Been- en armlussen zitten gedraaid, hij krijgt er geen zicht op hoe hij dat ding op de juiste manier aan moet trekken. Na enkele minuten schelden besluit hij om alles los te maken en opnieuw te beginnen. Als hij uiteindelijk zijn gordel aan heeft, verbaas ik me erover dat hij een klettersteigkarabiner gebruikt om zijn klettersteigset vast te maken aan zijn gordel, daar waar een schroefkarabiner mij een stuk veiliger lijkt.
We lopen zo'n 10 minuten naar de instap van de klettersteig. Halverwege dit stuk stopt Remigio, omdat er toch nog een beenlus gedraaid blijkt te zitten. Het eerste deel van de klettersteig is vrij steil, bestaat voornamelijk uit beugels en is redelijk eenvoudig. De rotsen zijn echter nat en dus glad, waardoor je toch steeds goed moet opletten. Na dit stuk klettersteig is het weer een stukje lopen naar het vervolg van de klettersteig. Wederom stopt Remigio, omdat zijn gordel te strak zit bij het inbindpunt. Samen met Paolo buigt hij zich nogmaals over zijn materiaal. Ze mompelen samen wat. Veel versta ik er niet van, slechts de scheldwoorden in het Italiaans pik ik er tussenuit. Uiteindelijk zit alles weer zoals in het begin, en Remigio lijkt er nu dan toch vrede mee te hebben.
Het tweede deel van de klettersteig begint naast de waterval. Als wij hier aankomen, loopt Paolo nog een stukje achter ons. "Slechte benen vandaag" geeft hij aan. Omdat de weersvoorspellingen voor vandaag niet al te best waren, heeft hij gisteren voor de zekerheid ook nog een bergwandeling gemaakt. Deze tocht van 5 uur zit bij hem echter nog goed in de benen, en hij heeft het zichtbaar moeilijk. Voordat we weer gezekerd aan de kabels naar boven klauteren, nemen we eerst nog wat te drinken, en genieten we van het uitzicht. Beneden in het groene dal ligt het pittoreske dorpje Colfosco. Naar het noordoosten hebben we zicht op de Tofane, en verder weg nog op de Marmolada, het dak van de Dolomieten. De top van de Marmolada is echter in donkere wolken gehuld. Hopelijk blijft het daar hangen, en komen de weersvoorspellingen (regen in de middag) niet uit.
In een treintje gaan we achter elkaar naar boven, want het is erg druk. Naast vele Italianen zijn er ook Zwitsers en Duitsers, die ons voor gaan. Remigio gaat vrij vlot door de klettersteig heen. Dat komt ook doordat hij zich op bepaalde punten niet zekert aan de staalkabel. Ik vraag aan Paolo of Remigio al vele klettersteigen gedaan heeft. "Nee, slechts een stuk of 4 of 5". "Dan klimt hij aardig goed" merk ik op. Dat heeft volgens Paolo met name te maken met de 30 kilo minder lichaamsgewicht die hij mee omhoog moet nemen.
Gemoedelijk klimmen we langs de staalkabels omhoog. Dan moeten we even een beetje aan de kant. Een vader voorop, en daarna opa met aan hem gezekerd zijn kleinkind, ik schat een jaar of 6 oud. Ze klimmen ons in een ras tempo voorbij. Zij maken geen enkel gebruik van de staalkabels om zichzelf aan te zekeren. Zo te zien hebben zij al heel wat meer klimervaring dan wij. Maar toch, zonder te zekeren, met die kleine jongen. Eén misstap, je moet er niet aan denken……
Paolo raakt een beetje achterop, doordat hij wat vaker stopt. Hij heeft het nog steeds zwaar. Hij laat regelmatig mensen voorbij gaan. Zij gaan ook Remigio en mij voorbij, omdat wij op Paolo wachten. In het voorbijgaan zie ik een Italiaan die het ook niet zo nauw neemt met zijn materiaal. In zijn klettersteigset zit namelijk geen klettersteigrem verwerkt! Bij een val heeft je materiaal dan ook niet veel nut. Dan valt de verkeerde karabiner die Remigio gebruikt nog wel mee.
Het laatste stuk van de klettersteig is het moeilijkste. Paolo heeft deze route al een paar keer eerder gedaan, en weet wat hem te wachten staat. Hij besluit dan ook om de klettersteig niet te vervolgen, maar om via het gewone pad zigzag omhoog te lopen naar de hut, die we in de verte al zien liggen. Voor Remigio en mij gaat de klettersteig verder, op sommige stukken loodrecht, grotendeels voorzien van beugels, op enkele plekken slechts een smal rotspuntje om je voeten op te plaatsen. Als je daarop enkele minuten moet blijven staan, omdat de mensen boven je niet al te snel gaan, dan is dat niet erg prettig. Als we na enige momenten wachten weer verder kunnen, glijdt Remigio weg met zijn rechtervoet. Even lijkt het of hij zal vallen. Omdat ik vlak onder hem zit kan ik hem vlug wat steun geven onder zijn achterwerk, en zelf vindt hij ook weer grip. Hij blijkt bij het omhoog gaan met zijn knie achter de touwen van zijn klettersteigset te zijn blijven hangen, waardoor hij even zijn evenwicht verloor. Zonder enige schade kunnen we onze weg vervolgen, via een luchtige stalen ladder naar het huzarenstukje van de klettersteig: een hangbrug over een kloof die enkele honderden meters diep lijkt te zijn. Dit brengt ons tevens bij het einde van de klettersteig. Van hieruit lopen we over een normaal pad naar de Pisciadùhut, gelegen op 2.587 meter, alwaar Paolo ons staat op te wachten.
Omdat het terras buiten vol zit, besluiten we om binnen wat te gaan eten. Voor Paolo en Remigio is er spiegelei met gebakken aardappeltjes, ik bestel een spagetti al ragu. Wat smaakt dat toch altijd goed na zo'n inspanning! Nadat Paolo heeft afgerekend vraag ik hoeveel hij van me krijgt. "No no, sei il mio ospite oggi, je bent vandaag mijn gast". Wederom wordt gastvrijheid van de Italianen aan mij bevestigd. Buiten drinken we nog een biertje, en genieten we van het uitzicht. Het is echter frisser aan het worden, en er hangen her en der donkere wolken. We besluiten dan ook om niet te lang te blijven, een afdaling in de regen is geen pretje.
De terugweg verloopt door Val Setus, een steile kloof die in het bovenste gedeelte grotendeels gezekerd is met staalkabels. Regelmatig moeten we even plaats maken, omdat er vrij veel mensen via deze route ook omhoog gaan. Het onderste gedeelte is een steil zigzag pad met veel stengruis, oppassen dus dat je niet wegglijdt. Om half 3 sta ik weer beneden bij de auto. Omdat Paolo en Remigio iets langzamer afdalen, bekijk ik met een tevreden gevoel de route die ik zojuist gelopen heb. Als ik verder om me heen kijk, zie ik vanuit het oosten dat de regen met rasse schreden onze kant op komt. Gelukkig zijn de pensionati's ook snel weer bij de parkeerplaats. Zodra we in de auto zitten, begint het flink te regenen. Al met al strak gepland door die Italianen.
Geschreven door Michiel Vermeulen
Gepubliceerd in Bergen Magazine 2008-1
Link naar beschrijving Pisciadù klettersteig