Kassa: nieuwe via ferrata in Les Écrins
Kassa aan de rotsen
Het is beslist een merkwaardige ervaring: een via ferrata met aan het begin een kassa. Ja, u leest het goed: een kassa. Wij zijn in Frankrijk nabij het natuurpark van Les Écrins. In het dal van La Vallouise gaan we een nieuwe via ferrata doen. Want het aardige van de Briançonnais is dat men er recent een zevental interessante via ferrata heeft aangelegd. Dat willen we zien en meemaken. We melden ons in het dorpje Les Vigneaux bij de Falaise de la Balme. Voor de aanlooproute naar de rotsen staat een tuinhuisje van vier bij vier meter met een heuse fonctionnaire de municipal. ‘Ah’, denk ik, ‘daar kunnen we op de terugweg mooi een ijsje kopen’. Het blijkt echter een kassa te zijn. “Parcours payant: 20 F individuel, 15 F groupe.” Dat hebben we nog nooit meegemaakt. Er is natuurlijk wat voor te zeggen om te laten betalen. Een via ferrata aanleggen en onderhouden is een dure aangelegenheid. Dat de gebruikers daarvoor een bedragje betalen is niet onlogisch, maar wel even wennen.
Plateau de Tournoux: 'gave via ferrata, kicken!'
Maarten: op een woensdag eind juli ga ik met Irene en Sandrien (beide 13 jaar) naar de Plateau de Tournoux. De ‘jonge dames’ kennen de technische aspecten van de via ferrata. Een “parcours facile” lijkt me evenwel de voorkeur hebben. Het is handig om tevoren goed op de kaart te bestuderen waar deze via ferrata te vinden is. Vanuit het door een wanstaltig skicentrum overschaduwde dorpje Puy Saint Vincent in het Vallouisedal loopt een lange, stoffige en hobbelige weg naar of Les chalets de Tournoux of naar de col de Pousterle. Op de wandelweg precies halverwege deze twee punten, vindt men het aanlooppad naar de rotsen. De via ferrata gaat tweehonderd meter in een vrij rechte lijn omhoog. De route is steil en niet direct overzichtelijk.
Kenmerkend voor deze nieuwe via ferrata in dit gebied is het veelvuldige gebruik van hulpmiddelen. Heel veel ingeboorde pinnen en verschillende soorten traptreden. Bij de klassieke via ferrata in de Dolomieten is in feite de natuurlijk klim- en klauterlijn in de rots afgezekerd met staalkabels. Hier en daar treft men een ladder voor een loodrechte passage. In deze nieuwe via ferrata wordt veel meer artificieel geklommen langs in de rots aan gebrachte hulpmiddelen. Resultaat: veel meer steile en luchtige passages en meer ‘spanning & sensatie’.
‘Pfffft,.....ik overtref mezelf’, zegt Sandrien na een lastig gedeelte. De moeilijkheidsgraad van deze route valt mij ook tegen, bepaald niet “facile”. De Plateau de Tournoux is om twee redenen moeilijk.
- Door de steile en luchtige passages. Dit maakt het psychologisch lastig, want het lijkt vreselijk eng.
- Door het veelvuldige gebruik van de in de rots aangebrachte hulpmiddelen. De links-rechts-coördinatie moet goed uitkomen, anders sta je net op je verkeerde been, op het moment dat je de karabiner moet omhangen.
Het laatste gedeelte van de via ferrata is eenvoudig. We arriveren op het plateau van Tournoux en worden rijkelijk beloond met een prachtig uitzicht op de Mont Pelvoux (3932 meter) en de Barre des Écrins (4102 meter). Een korte picknick voordat we afdalen. Dit was een ‘gave via ferrata, kicken!!!’ aldus de dames.
Falaise de la Balme: mieren boven de begraafplaats
Nadat we de kassa van de Falaise de la Balme gepasseerd hebben, lopen we langs een steil pad naar de rotsen waar deze via ferrata begint. Het is half zeven ‘s avonds. De via ferrata ligt overdag in de felle zon, daarom kozen we voor dit late tijdstip. We zijn met z'n vieren, Jan, zoon Ewout en Maarten met dochter Marieke. Zoon en dochter zijn beide bijna 15. Eerder deden we met z’n vieren via ferrata in de Dolomieten, maar deze Falaise ziet er toch anders uit. De lijn van de route loopt omhoog de steile rotswand in en doet meer denken aan een sportklimroute dan aan een klassieke via ferrata.
Jan, ervaren bergwandelaar maar geen klimmer: ik sjouw optimistisch het steile paadje in de aanloop op. De kinderen klagen een beetje over de hitte. Na een kwartiertje staan we bezweet bij het begin van de kabel. Maarten gaat voorop, dan Marieke, daarna Ewout, en ik sluit de rij. Het is twee jaar geleden dat ik voor de laatste keer een via ferrata heb gedaan. Ik sta dus een beetje te prutsen met de uitrusting, maar na een minuutje zit het allemaal toch goed. Terwijl de anderen voorgaan sta ik te wachten met het gevoel dat ik licht als een hinde tegen dit wandje op zal zweven. De eerste twintig meter doe ik erg mijn best om de kabel niet vast te pakken. Dit lukt, maar ten koste van een onevenredig grote inspanning. Daarna moet ik regelmatig onbeschaamd aan de kabel gaan hangen.
Ewout is uit het gezicht verdwenen. Ik wurm mijn lichaam naar links en steek mijn voet tastend om de hoek. Net iets hoger dan comfortabel is, voel ik het treetje. Ik heb nu met twee handen de kabel vast (wielerhandschoentjes aan, ik wist eigenlijk wel van tevoren dat het zo zou gaan). Ik trek mezelf omhoog en kom met één stap in een andere ruimte. Boven, onder, links en rechts: overal lucht! Hijgend blijf ik staan en hangen tegelijk. Als ik me een beetje georiënteerd heb, zie ik in de verte onder me de begraafplaats van Les Vigneaux.
Boven me vorderen de anderen gestaag, dus ik ga er maar achteraan. Een eindje verderop is een soort balkonnetje van een meter of twee lang, en dertig centimeter breed. We stoppen daar even om wat te drinken. Ik druk mezelf stevig tegen de rotsen. We laten twee Italiaanse meisjes, die ons achterop komen, voorbij. De eerste stapt voorzichtig om ons heen. We bukken om haar kabelzekering voorbij te laten. De tweede lijkt wat ongeduldig. Als haar vriendin ons voorbij is, haakt ze zich plotseling los, en loopt langs ons heen alsof ze over de stoeprand balanceert. Ik kijk haar verbaasd na.
Een half uurtje later trek ik mezelf over het laatste randje. Ik kan weer gewoon rechtop staan. Terwijl we terug wandelen (ongeveer drie kwartier) betoog ik luidkeels dat dit de laatste keer is geweest dat ik zoiets gedaan heb. Ik overdrijf flink, maar ik kan mezelf niet wijsmaken dat ik helemaal geen hoogtevrees heb gehad. Maar hopen dat het de volgende keer over is.
Falaise de l'Horloge: voor de beginners
De Falaise de l’Horloge is een oefenparcours voor het klettersteigen. Samen met zijn jongste dochter Renate, 9 jaar, heeft Maarten deze via ferrata gedaan. L’Horloge vindt men in L’Argentière La Bessée, het plaatsje aan de ingang van het Vallouisedal. De Falaise de l’Horloge kan je niet missen. Indien je in het centrum van L’Argentière La Bessée in oostelijke richting kijkt, zie je ongetwijfeld een rotsmassief (les Collets) met een toren met daarop een grote witte klok. Aan de voet van de rotsen onder L’Horloge begint de korte via ferrata. Renate is niet bang voor steil en hoog. Ze heeft wel vaker in vakanties in de rotsen geklommen met een top-rope. Wat altijd lastig blijft met kinderen tijdens het klettersteigen, is de vraag of je nu als ouder voor of achter het kind moet gaan. Volgen heeft twee voordelen: ze kunnen hun eigen tempo bepalen en mocht er onverhoopt eens één aan de kabel komen te hangen, dan ben je direct in de nabijheid. Met Renate deed ik het anders en ging ik voorop. Het grote voordeel hiervan is dat ik heel erg goed zicht kon houden op wat Renate deed.
Van bovenaf had ik heel goed zicht op wat Renate precies uitvoerde en kon ik haar zeggen het anders te doen. Renate vond het prachtig: een echte via ferrata. Helm op, gordel om, twee karabiners en omhoog. Het lijkt al gauw heel wat.
Deze via ferrata wordt omschreven als een “parcours totalement équipé pour les enfants avec des echelons et des espaces prenant en compte leur petite taille”. En toch viel ook deze korte route, van slechts drie kwartier met een hoogte verschil van maar 30 meter, mij qua aangegeven moeilijkheidsgraad tegen. Niet dat Renate of ik er problemen mee hadden, maar er zaten een paar rare overstapjes en draaitjes in en zelfs nog een piepklein overhangend stuk. Het belangrijkste gedeelte sta je op in de steile rots ingeslagen pennen en dat blijft een merkwaardig gevoel. Als je in de buurt bent, en overweegt een via ferrata te doen, maar niet zeker weet of je het wel durft, dan is het advies simpel: probeer eerst de Falaise de l’Horloge eens.
Geschreven door Maarten Faas en Jan van Ommen
Gepubliceerd in Hoogtelijn 2000-3