Alles over via ferrata > Reisverslagen > Italië
Langs de frontlinies van een zinloze oorlog
Via ferrata rond Cortina d'Ampezzo
De klettersteigen rond Cortina zijn stuk voor stuk klassiekers. Met Jan van Ommen en Kees Hagen ben ik in de laatste week van juni 2006 in de Dolomieten. We doen een serie van deze klassiekers: via ferrata of in het Duits klettersteigen uit de periode van de Eerste Wereldoorlog.
Toblinger Knoten
We gaan op de dag van aankomst direct een korte klettersteig doen. De Toblinger Knoten, een voormalige uitkijkpost van de Oostenrijkse troepen. Van de rifugio Auronzo (2320 m) gaan we over de weg naar het Paternsattel en verder over pad nummer 101 naar de rifugio Locatelli ofwel de Drei Zinnen hut (2405 m). Achter de kapel bij de hut loopt een pad met markeringen naar het begin van de ‘Leiternsteig’. Een klettersteig over zeventien stalen ladders aan de noordzijde van de Toblinger Knoten. Eerst leggen we de inhoud van de rugzakken achter een groot rotsblok. Geen extra ballast mee de ladders op. Langs de rotsen gaat het omhoog naar de eerste trappen, die door rotsspleten en langs steile wanden naar de top leiden (2617 m). De route is lekker luchtig. Gelijk een pittige start.
Klassiekers
De klettersteigen rond Cortina zijn stuk voor stuk klassiekers. Ze stammen uit de periode van de Eerste wereldoorlog. Italië en Oostenrijk voeren oorlog om Tirol. Om militair materiaal op strategische toppen te krijgen, worden de routes daar naar toe beveiligd met staalkabels en trappen. Overal in de Dolomieten zijn langs de klettersteigen nog in rots uithakte bunkers en tunnels te vinden. Ook loopgraven en resten hout en steen van versterkingswerken. Regelmatig zien we monumenten voor omgekomen slachtoffers.
Een week rond Cortina d’Ampezzo in het hart van de Dolomieten. Het weer is stabiel. Elke dag een tocht. Het is vroeg in het seizoen. Er ligt op sommige plaatsen nog veel sneeuw. De via ferrata Marino Bianchi op de Monte Cristallo naar Cima di Mezzo (3154 m), die op ons lijstje staat, is wegens sneeuw nog afgesloten.
Drei Zinnen
Op de top van de Toblinger Knoten hebben we een formidabel zicht op de Drei Zinnen of de Tre Cime di Lavaredo, drie zeer karakteristieke rotstorens. Kolossaal opgebouwd uit prachtig gelaagd dolomietgesteente, dat naast grotendeels donkere kleuren ook enkele rood-geelgetinte vlakken vertoont. De rotstorens contrasteren schep met de puinmassa's waaruit ze lijken op te rijzen. Tussen de torens liggen pakken sneeuw die in lange strepen uitlopen tot op het puin. Wat een bijzonder gezicht.
Hele hordes mensen lopen naar het Paternsattel om deze drie torens te zien. Het gebied is te goed ontsloten voor autoverkeer. De weg van Misurina naar de rifugio Auronzo is de grote boosdoener. Stefano Ardito heeft er in zijn boek ‘Trekking in de Alpen’ al voor gepleit deze peperdure tolweg weer af te sluiten. Geen slecht idee. Zou wel betekenen dat we twee uur meer zouden moeten lopen en 600 meter extra zouden moeten stijgen.
We dalen af langs de ‘Feldkurat Hosp steig’ over de noodoostflank. Feldkurat (vrij vertaald: ‘kapelaan aan het front’, nu zouden we zeggen ‘militär Pfarrer’) Hosp was aalmoezenier in het Oostenrijkse leger, gestationeerd bij de Toblinger Knoten, alpinist en schrijver van een realistisch dagboek over de oorlogshandelingen rond de Drie Zinnen. Dit is eigenlijk de normaalroute en deze is deels door staalkabels gezekerd. De Drie Zinnen hut is nog gesloten. Het personeel viert al wel een feestje met een barbecue. Wij moeten terug voor een overnachting in de Auronzo hut.
Innerkofler
De Drei Zinnen hut is ooit gebouwd door de beroemde berggids Sepp Innerkofler. Voor hem staat een monument naast de hut. Op 4 juli 1915 kwam hij op de oostelijk gelegen Paternkofel om het leven. In mei, een jaar nadat de Eerste wereldoorlog is uitgebroken, bedenken de Italianen dat het tijd wordt Tirol op Oostenrijk te veroveren. Oostenrijk voert op dat moment oorlog op twee fronten tegen Servië en Rusland. De beste troepen zijn dus ver weg. In Tirol worden burgerwachten gevormd om zich tegen de Italianen te weren. Innerkofler richt de Vliegende patrouille op. Met ervaren alpinisten gaan ze van top naar top, beschieten de Italianen en wekken daarmee de indruk dat tal van toppen sterk bezet zijn door de Tirolers.
Kriegssteig
De ‘Kriegssteig De Luca - Innerkofler’ leidt naar de top van de Paternkofel tegenover de Drei Zinnen. Deze klettersteig begint ten zuiden van de hut bij de rotsen met de naam de ‘Frankfurter Würstl’ (de Salcissia in het Italiaans). Hoe zouden die er uit zien? Door een tunnelsysteem, dat steeds door uitgehakte uitkijkposten wordt onderbroken, bereiken we de Gamsscharte (2610 m). Tussen het einde van de tunnel en de scharte ligt een enorme sneeuwbrug. Over de bovenkant kunnen we goed sporen. Iets verder moeten we twee stapjes klimmen. Voelt niet echt safe. Als je van de sneeuwbrug af glijdt, schuif je zo de graat af. Pickel in de hand. Even heikel. De klim naar de Paternkofel (2746 m) gaat over een korte vervolg klettersteig vanuit de scharte en uiteindelijk via een korte klim en een puinveld naar het hoogste punt. Aan het topkruis is een gedenkplaats bevestigd voor Innerkofler.
De Luca
Op een bepaald moment is de top van de Paternkofel toch ingenomen door de Alpini, de Italiaanse Alpencommando’s. De Tirolers willen de top vanwege het vermeende strategische belang terug winnen. Innerkofler beklimt op de 4e juli 1915 opnieuw de noordwest graat. Hij was in 1886 de eerste die deze berg beklom. Vlak onder de top werpt hij granaten naar de Alpini, maar deze gaan niet af. Een Italiaanse soldaat gooit een rotsklok naar benenden, raakt Innerkofler die naar beneden stort. De naam van deze soldaat was Piero de Luca. Wie was de held?
Lagazuoi
Zondag gaan we naar de Kleiner Lagazuoi (2778 m) in de Fanesgroep. Deze ‘klettersteig’, de Galleria del Lagazuoi e cengia Martini, is een afdaling van 600 meter door een tunnelstelsel in de rotsen van de Lagazuoi, uiteraard weer uit de periode van de Eerste wereldoorlog.
Van Passo Falzarego gaan we met de kabelbaan omhoog naar Piccolo Lagazuoi. Direct naast het kabelbaanstation loopt een pad naar de ingang van het tunnelstelsel. De lengte van de tunnels is ongeveer 1100 meter. Door de tunnels gaat het steil naar beneden, steeds langs uitgehakte vensters en grotten. Enkele bunkers zijn weer origineel ingericht zoals ten tijde van de oorlog. Deze afdaling door de tunnels van de Lagazuoi is uniek in de Dolomieten. Een zaklamp meenemen is echt noodzakelijk. Alhoewel er in tunnels geen steenslag valt, is een helm geen overbodige luxe. Geheid dat je in het donker een paar keer je hoofd stoot.
Albert en Tonio
De bekende schrijver Luis Trenkel vertelt in een van zijn boeken over de overnachting op de top van de Tofana samen met de beroemde berggids Tonio Dimai. Ze kunnen samen de Lagazuoi zien. Trenkel was daarop als Oostenrijks officier gestationeerd en trok in 1917, nadat de Oostenrijkers de Italianen definitief hadden verslagen, Cortina d’Ampezzo binnen. Dimai, een generatiegenoot van Innerkofler, was onder meer de privé-gids van koning Albert I van België. Koning Albert was een alpinist en stierf na een val van de rotsen in Marche les Dames in 1934. Dimai raakt in de oorlog in de problemen. De Italianen geven hem het bevel een groep Alpini naar de top van de Tofana, die hij als eerste beklom, te begeleiden om deze te heroveren op de Oostenrijkers. Dimai, een Tiroler, weigert dat. Hij wordt vervolgens in een kamp geïnterneerd. Niemand gelooft zijn verhaal dat hij een vriend is van de koning der Belgen. ‘Schrijf hem toch een brief, dan kan hij je helpen.’ Dimai doet dit en na zeven weken wordt hij vrij gelaten en door een Italiaanse officier naar huis gereden.
Strobel
De via ferrata Albino Michielli Strobel stamt niet uit de oorlog, maar is aangelegd door meneer Strobel ver na de oorlog. We gaan eerst voor een cappuccino langs het terras van de Albergo Fiames. Dan gaan we via een gemarkeerd pad tegenover de albergo steil omhoog. Door het bos en later over een pad door steenpuin naar de rotsen waar het begin van de klettersteig is. Het pad naar rechts stijgt eerst licht langs de rotsen tot we bij de eerste staalkabels komen. Het is gewoon lekker rotsklimmen (2e en 3e graads) langs en door de rotsen naar de top van de Punta Fiames (2240 m).
We bivakkeren even, heerlijk in de zon, op de top. We dalen af richting het oosten naar Forcella Pomagagnon (2178 m). Vanaf dit punt gaat het door een enorme puinbak naar beneden en dan door het bos weer terug.
Studiehuis
Dinsdag wordt het letterlijke hoogtepunt. We doen de westgraat van de Marmolada di Penia. Ik heb deze route eens ‘het studiehuis’ van de Alpen genoemd. Alle alpiene technieken die je nodig hebt in de bergsport kun je hier oefenen. Rotsklimmen, over de gletsjer gaan, abseilen, sneeuwvelden oversteken, door een blokkenterrein lopen.
Vanaf het stuwmeer, lago di Fedaia, gaan we met het rare kabelbaantje omhoog naar rifugio Pian dei Fiacconi (2625 m). Van hieruit lopen we via pad 606, dat een deel vormt van de ‘Alta via Dolomiti 2’. Eerst enigszins omlaag en daarna naar het zuiden over een kleine gletsjer omhoog naar Forcella di Marmolada, een steile nauwe scharte op 2910 meter. De kleine gletsjer vraagt om stijgijzers als ze aper (zonder sneeuw) is. In de scharte begint de klettersteig langs de westgraat. We gaan steeds langs de staalkabels, trappen en beugels naar de top van de Marmolada di Penia op 3342 meter.
Punta Penia
Er ligt nog heel veel sneeuw. Op enkele punten is de kabel nog geheel ingesneeuwd en is het soms even link. Op een bepaald moment kijken we peilloos omlaag langs de beruchte steile zuidwand van de Marmolada. De Punta Penia is het hoogste punt van de Dolomieten. Iets verderop staat er een kleine hut, de capanna Punta Penia, met vijftien plaatsen die in de zomer open is. Fantastisch uitzicht over de hele Dolomieten. Na de stop op de top met de verplichte foto’s dalen we af. Richting het noorden gaan we eerst over een brede sneeuwgraat. Dan dalen we rechts langs de ongeveer honderd meter hoge rotsen af tot op de gletsjer. In deze rotsen is nu ook een klettersteigkabel aangelegd, zodat je hier gezekerd kunt afdalen (of omhoog klimmen). Er zitten ook pinnen in de rotsen waarlangs je kunt abseilen.
Kees maakt nog een rare schuiver. Een steen onder zijn schoen schiet los. Hij roetsjt langs de rotsen naar beneden en stuitert op zijn achterste in de sneeuw op de gletsjer en begint de glijden. “Op je buik draaien!!”, roepen we. Het is een hilarisch gezicht, maar Kees kan ons opgelucht lachen over de goede afloop niet waarderen. Over de gletsjer, keurig aan het touw met stijgijzers aan retour.
Zinloos
In de Marmoladagletsjer zijn in de oorlog hele gangenstelsels uitgehakt. Wel altijd een stabiele temperatuur binnen. In de rifugio Auronzo hangt een grote kaart met daarop de frontlinies ingetekend. In twee jaar oorlog is er nauwelijks beweging geweest. De Paternkofel, de Lagazuoi, allemaal voor niks bevochten. In 1917 verslaan de Oostenrijkers de Italianen. In 1918 wordt Oostenrijk een van de verliezers van de Eerste wereldoorlog. Zuid-Tirol wordt deel van Italië, dat de oorlog verloren heeft, maar er toch met de buit vandoor gaat. Uit een onderzoek onder de bevolking van Tirol blijkt dat een meerderheid een hereniging wenselijk vindt. Dat zal echter wel nooit gebeuren. Een zinloze oorlog. Cynisch genoeg kunnen we honderd jaar later genieten van prachtige beklimmingen langs beveiligde routes uit die oorlog in een van de mooiste gedeelten van de Alpen. Klettersteigen rond Cortina. Stuk voor stuk klassiekers.
Geschreven door Maarten Faas
Gepubliceerd in Hoogtelijn 2007-5